Als kind groeien we allemaal op in een andere gezinssituatie met elk zijn eigen verhaal. Het wordt de voedingsbodem voor de ontwikkeling van ons jong individu. Elk kind aanschouwt zijn situatie als normaal, aangezien het kind erin opgroeit. Het is pas wanneer je als kind naar school gaat en met andere leeftijdsgenoten in contact komt dat het geleidelijk aan duidelijk wordt dat niet iedereen zich in dezelfde situatie bevindt. Wat voor jou als normaal werd gezien blijkt plots af te wijken van wat voor anderen normaal is. Normaal is datgene dat als algemeen wordt aangenomen door een grote groep. De dingen die gebruikelijk zijn binnen een gemeenschap.
Maar dingen zijn niet zomaar dingen, zelfs al zijn ze alledaags. Naast dingen als gebeurtenissen zijn er ook dingen als objecten. We komen in aanraking met verschillende object doorheen ons leven. Het gebruik van deze objecten wordt bepaald door de cultuur waarin het object zich bevindt. Zo bevat elk object een gedeelde culturele betekenis. Naast die culturele betekenis krijgen objecten ook een persoonlijke betekenis door het individu dat ze bezit. Het is zowel het culturele nut als de persoonlijk betekenis van een object die onze connotaties bij dat object bepalen.
We zijn omringd door normatieve grenzen die ons beperken. Door te breken met de perceptie; de regels die de normen vestigen, ontstaat er een andere kijk op de wereld. In de kunsten zien we dat regels telkens opnieuw worden gebroken. Kan kunst als een bron van kennis en als een vorm van communicatie de basis vormen voor het overbrengen van een nieuwe zienswijze?
Door het hercontextualiseren van het gekende komt het onbekende naar boven, wat op zijn beurt het gekende in vraag stelt. Het brengt onze standpunten aan het wankelen en opent een dialoog met onze omgeving. Het ondervragen van de connotaties die we hebben bij een object, in relatie tot menselijke gedragingen, kan helpen bij het loslaten van de normatieve grenzen. Het geeft een bredere kijk op de
maatschappij, vooral de manier waarop we met elkaar omgaan. Het dagdagelijkse onopgemerkte krijgt hierdoor terug een belangrijke rol in onze zienswijze.
Het vertrekken vanuit een verzameling herinneringen, die een groep mensen gemeenschappelijk hebben, kan helpen bij het beter verstaan van menselijke gedragingen. Deze herinneringen worden actief levend gehouden met behulp van externe informatiedragers van alle mogelijke vormen en soorten. Het collectief geheugen wordt globaal gedragen door een alledaagse communicatie. Door verschillende elementen uit het collectief geheugen te nemen en samen te brengen tot een nieuw geheel worden allerhande gevoelswaarden blootgelegd. Deze bijklank heeft te maken met de mentale perceptie van de toeschouwer. De toeschouwer heeft bij een object een eigen waarneming. De dialoog tussen de eigenlijke betekenis van het object en zijn connotaties toont de limieten van onze normatieve grenzen. Deze ondervragingen bieden een kritische blik op wat we gewoon zijn.
"Als ruimtelijk vormgever richt ik me op ingrijpend eenvoudige ontwerpen die spreken over de fundamenten, maar die tegelijkertijd bescheiden zijn van karakter. Mijn multidisiplinaire aanpak resoneert in installatie, scenografie, object en interieurontwerp. Dit alles met een positieve houding en oog voor detail."
2019 - 2020 Master Textielontwerp, LUCA School of Arts Gent (België)
2017 - 2019 Bachelor vrije kunsten: Textiel, LUCA School of Arts Gent (België)
2014 - 2017 Bachelor Interieurvormgeving, LUCASchool of Arts Gent (België)