-

Lemmensberg 3
3000 Leuven
Concertzaal

LUCA Brass & Sax

Concerten en performances

LUCA Brass & Sax

Tim De Maeseneer en Kevin Houben, dirigenten

Programma SAX:

  • Bernstein: Candide Overture
  • Beethoven: Symfonie nr. 5, deel 1
  • Shostakovich: Kamersymfonie nr. 110a (arrangement door studenten)
  • Mozart: Serenade nr. 11 in Es, deel 1 en finale
  • Houben: Valley of the Pinios

Programma BRASS:

  • Glorieux: Hymn to Humanity
  • Bissil (arr.): Jealousy
  • Walton (arr. E. Howarth): Spitfire prelude en fuga
  • Chick Correa (arr. R. Bissill): Spain
  • De Maeseneer: Flying back to base

In tegenstelling tot de opera Candide van de Amerikaanse componist Leonard Bernstein (1918-1990) was de ouverture bij de opera een groot succes. Het is een van de meest uitgevoerde en gewaardeerde orkestwerken uit het hedendaagse repertoire. De opera zelf vond nooit het succes dat Bernstein eerder wel had met West Side Story. Veel bleek te wijten aan het libretto van de hand van Lillian Hellman, dat niet dezelfde finesses en gelaagdheid wist te bereiken als de roman van Voltaire, waarop het gebaseerd was.

Hoewel Symfonie nr. 5 (1808) van Ludwig van Beethoven (1770-1827) in alle eenvoud van start lijkt te gaan, met een ogenschijnlijk kort en simpel motiefje, werden die vier noten de meest bediscussieerde uit de Westerse muziekgeschiedenis. Het kort-kort-kort-lang-motief, dat zich doorheen de symfonie weeft en zich als een steeds terugkerend, rusteloos gegeven blijft opdringen, werkt het onrustige karakter van het werk in de hand. Beethoven schreef zijn vijfde symfonie dan ook in een erg woelige periode in zijn leven: niet alleen had het leger van Napoleon Wenen bereikt, Beethoven begon ook met zware gehoorproblemen te kampen. Het intrigerende karakter van het werk heeft er niet voor niets voor gezorgd dat het een van de meest populaire symfonieën ooit werd. Over de precieze aard van het motiefje gaan verschillende theorieën de ronde: Schindler zag er het “noodlot” in dat “aan de deur zou kloppen”, maar deze stelling wordt door menig musicoloog ontkracht. Carl Czerny, leerling van Beethoven, gaf aan dat het het gezang van de geelgors verklankt.

De Kammersymfonie Opus 110a in c mineur is een bewerking door Rudolf Barshai van Dmitri Sjostakovitsj' Strijkkwartet nr. 8 Opus 110 in C Mineur. Shostakovitsj schreef het tijdens de woelige jaren van het communistische regime in de Sovjet-Unie, toen hij gedwongen werd lid te worden van de Communistische Partij. Het opschrift “aan de slachtoffers van het fascisme en de oorlog” doet vermoeden dat Shostakovitsj heimelijk verwijst naar de slachtoffers van elk totalitair regime. Voorafgaand aan de première in Leningrad in 1960 zou het Borodin Kwartet het werk voorgespeeld hebben voor Shostakovitsj zelf, die zwaar ontroerd was door de uitvoering en de vertolking van de emoties die hij erin had gelegd.

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) componeerde zijn Serenade nr. 11 in Es in 1781. Uit de brieve die hij met zijn vader schreef, blijkt dat het werk “erg zorgvuldig” schreef. Mozart hoopte ermee de aandacht te trekken van Joseph von Strack, huismusicus van keizer Jozef II. Hij voegde zelfs twee hobopartijen toe aan de oorspronkelijke partituur, in de hoop dat het werk zo nog meer in de gratie van de keizer zou vallen. De keizer, die het meer had voor opera en ballet, bleek echter niet onder de indruk. Toch zorgde de aanvulling van de hobo voor een extra gelaagdheid, die menig muzikant niet onbewogen laat.

Ook Valley of the Pinios van de Belgische componist Kevin Houben (1977)  spreekt tot de verbeelding. Gelegen bovenop de hoge kalkrijke zandsteenrotsen die zich als vingers tegen de lucht aftekenen, liggen de kloosters van Meteora, één van ’s werelds heiligste sites. Meteora, wat grieks is voor ‘rotsen in de lucht’, is gelegen in de regio Thessaly in het Noorden van Centraal Griekenland en kijken uit op de vallei van de Pinios.  Zij hebben altijd al de aandacht getrokken van de mensen: van de eerste nederzettingen uit het Paleolithicum over kluizenaars en asceten, tot de kloosterorden in de huidige tijd. Deze kloosterorden vinden hun oorsprong in vluchtelingen die een schuilplaats zochten voor de religieuze onderdrukking tijdens de Turkse overheersing, zo’n vijfhonderd jaar geleden. Deze arendsnesten boden hen een schuilplaats hoog boven het ruige terrein. Sommigen hangen als mandjes – vandaar ook de naam: hangende kloosters – 2 tot 600 meter boven de grond. Zij werden een centrum van onderwijs en kunst tot midden de 18de eeuw. Op dit moment zijn er nog zes kloosters bevolkt, waarvan er vier open zijn voor bezoeken. Door de verbeterde weginfrastructuur en het groeiende toerisme, is er nog maar weinig aangroei van jonge kloosterlingen en velen verlaten ook de kloosters om de stilte van kloosters op de berg Athos, niet toegankelijk voor toeristen, op te zoeken. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft Kevin Houben ‘Valley of Pinios’ gecreëerd in opdracht van Brassband Retie.  Je hoort als het ware de wind rond de kalkrotsen kolken. Het sacrale van de kloosters, de gebeden, de eenzaamheid, … maar ook de weidsheid van de vallei en de pracht van de natuur.

Koop uw tickets hieronder.

Gratis voor personeel en studenten van LUCA/KSO